woensdag 31 maart 2010

Onze allerlaatste stageweek

Terug naar de klas
Op donderdag keren we, na een weekje deugddoende vakantie, terug naar de klas. Katrien mag over naar het 5e leerjaar, Sam blijft trappelen in het 5e en Sarah slaat een jaar over. Zij mag stande pede naar het 6e.
Het is onze laatste stageperiode, maar door de remediëring en de weinige tijd die nog rest voor de vakantie, zijn we niet vaak te vinden in deze klassen.
Sarah staat er onverwachts alleen voor, want haar mentor is er vandaag niet. Daar schrikken we intussen al niet meer van, dus weten we intussen al wat we kunnen doen. Sarah geeft een tekenles met de passer en een muziekles buiten.
Katrien en Sam geven een les over België, die we in de vakantie in elkaar hebben geknutseld. In de les maken we een vergelijking tussen Senegal en België. De kinderen leren heel veel bij en staan er echt voor open: over dat frietjes eigenlijk uit België komen, dat je helemaal tot boven het Atomium kan, dat er in België een koning is en geen president, dat Manneke Pis de hele dag door plast (hilarisch), dat er geen zand is in ons land, ... Daarna spelen we bingo en laten we de kinderen een brief schrijven naar onze stagescholen in België van binnenkort. Het duurt heel lang vooraleer de brieven klaar zijn, maar de resultaten mogen er zijn.

In de namiddag remediëren we het 3e leerjaar. Trots komen we met een  door de informaticus afgedrukte klaslijst in de klas binnen en beginnen we de namen af te roepen van de leerlingen die met ons mee mogen. We doen alle moeite van de wereld om dat Senegalees te doen klinken (Babacar Ndoye Ciss, Khadidiatou Cisse, Amadou Diallo, Yaje Amy Diop, ... probeert u het zelf maar eens), tot we plots merken dat er geen reactie komt. En wij die dachten dat we de namen zo goed hadden uitgesproken ... Maar nee we hebben de lijst gekregen van een verkeerde klas. Alle moeite voor niks. Als we een halfuur later dan toch de goede lijst hebben, starten we de remediëring. 

Een dagje in de brousse
Op vrijdag mogen we mee met mevrouw Sène naar de brousse. Zij is inspectrice in het kleuteronderwijs van dit departement en bezoekt de kleuterschooltjes. We rijden een uurtje uit de stad: eerst langs een mooi geasfalteerde weg, daarna wordt het een met putten gevulde straat en als die plots stopt volgen we een autospoor in het zand.
Het is pedagogische studiedag, dus er zijn geen of amper scholen waar er vandaag wordt lesgegeven. Maar we kijken toch onze ogen uit:
- Als we aankomen op een school, zien we een juf de kinderen één voor één naar voren roepen om ze met een soort zweep te slaan. Als we vragen waarom, zegt ze dat de kinderen de leerstof niet begrijpen, die ze gisteren had aangebracht. Als mevrouw Sene en wij met handen en voeten uitleggen dat het echt niet kan, lachen ze het wat weg en voelen ze zich aangevallen. Wat moet je dan anders doen?
- In een andere klas vinden we een zelfde zweep op de lessenaar van de meester. Als we hem vragen waarvoor dat dient : "Ah, dat dient om een affiche op te hangen!". Maar als hij ermee in de buurt van de  leerlingen komt, deinzen die achteruit. Dat zegt genoeg.
- In een andere school, een stenen gebouw, is plaats tekort. De kleuterklas (de 3 kleuterklassen samen) is dan maar in een rieten hutje ondergebracht, vlak naast het schoolgebouw. Het hutje is niet groter dan 3 op
3 m voor 26 kinderen.
- Als we in een school wat materiaal afgeven, dat we hebben meegebracht (latjes, kleurpotloden, ...) wat ons wel nuttig lijkt in een school in de brousse, wordt het maar sober onthaald. Er kan amper een 'merci' over  de lippen.
- Als we onderweg vertragen en stoppen langs de weg, komen in geen tijd 30 straatverkopers aan alle  kanten van onze auto staan om vanalles te verkopen. Ze lopen, van zodra ze de auto zien vertragen, over  de straat en door alle raamopeningen worden broodjes, sinaasappelen, ... gestoken. 

We brengen terwijl ook een bezoek aan de mama van Mr. Sène, in het dorp waar hij is opgegroeid. Een heel ander milieu dan waar hij is terechtgekomen. We hebben een aantal bassins vis mee en zakjes brood om aan de familie te geven. Terwijl mevrouw Sène bijpraat, entertainen wij de tientallen kinderen die intussen zijn komen kijken. Eerst staan ze nog wat bedeesd en bang te kijken, maar als we ze starten te kietelen, zijn ze niet meer weg te slaan.




Daarna rijden we weg naar een schooltje een kilometer verderop. Het is net speeltijd en we praten met de leerkrachten. We herkennen een aantal kinderen, maar van waar? De kinderen van daarnet staan, volledig onder het zweet, voor onze neus. Ze zijn ons achterna gelopen tot hier.











Het weekend
Op zaterdagmorgen is er onze laatste bewegingsles (voor het 6e) gepland, al weken op voorhand. We staan 's morgens vroeg op. Maar als we aankomen in de klas, blijken er toetsen te zijn. Alle excuses worden bovengehaald, maar wij moeten afdruipen. Omdat we de les toch willen geven, passen we hem op maandag (in het enige vrije moment die we nog hebben).
In de namiddag gaan we even kijken naar de dansrepetitie voor het feest van komende woensdag.
De rest van het weekend werken we voorbeeldig voor school, zweten we ons te spletter (we staan bijna de hele dag onder de douche en we kruipen in de frigo) en we leren mevrouw Sène wat strachiatella-ijs is. Ze is er meteen weg ... De volgende dag is er niets meer van onze doos ijs te bespeuren.

Onze allerlaaste dagen op school
Op maandag rennen we van hot naar her: we beginnen (déjà vu) in het 6e leerjaar voor de bewegingsles, daarna hebben we remediëring in het 4e leerjaar, daarna gaan we op zoektocht voor de Olliebollies (voor woensdag) en na de speeltijd geven we nog les in onze stageklas.
Sarah geeft de België-les, Katrien is gaatjesvuller vandaag en Sam geeft een hoekenwerk Frans.



Op dinsdag zijn we de hele dag in de 'salle de conférence' voor remediëring met het 5e leerjaar en de B-klas van het 4e leerjaar. Voor die laatste klas, hebben we de zaal niet ter beschikking. Dan maar buiten lesgeven onder de mangoboom. Gelukkig is het nog niet het mangoseizoen ...
We eindigen de sessie met wat Wolof. We leren er u ook een paar: chocotan (kietelen), damadof (je suis fou), nopilen (taisez-vous!), fidafamekh (het is hier tof), ...

Op zoek naar Olliebolie ...
Op woensdag is er de voorlopig laatste dag van onze stage hier in de GSEM. Want straks is het vakantie … En die zetten ze hier op een feestelijke manier in met ‘het feest van de burger’. Thema’s van het feest: geweld op vrouwen en kinderarbeid.
Wij mogen voor een vrolijke noot zorgen op het feest. En daarvoor komen (hoe raad je het) Lola, Lila en Olliebollie nog eens boven water. Olliebollie is namelijk van plan terug naar België te vertrekken. Maar niet zonder een waardige vervanger (een nieuwe Olliebollie) te zoeken onder de GSEM’ers.

Daarvoor mag elke klas 1 vertegenwoordiger afvaardigen naar de wedstrijd ‘Op zoek naar … Olliebollie’. Op maandag en dinsdag houden we al een korte repetitie om de Olliebollie-trekjes in te studeren (wat overigens vrij gemakkelijk bleek); op woensdag is het tijd voor het grote werk.
De 11 Olliebollies worden klaargestoomd: iedereen krijgt een hoedje, een zonnebril (met of zonder glas), een paar lange kousen en een dikke buik (en poep). En zo gaan we samen het podium op.
De 11 kandidaten worden aan 4 proeven onderworpen, om te bewijzen dat ze de naam ‘Olliebollie’ wel waard zijn: ze moeten eruit zien als Olliebollie, ze moeten lopen zoals Olliebollie (ongelofelijk gek dus) door het publiek, ze lachen even gek als Olliebollie en tot slot dansen ze al even vreemd als de echte …. Ja, Olliebollie. En het vallen en onhandig zijn, hoort er natuurlijk ook bij. Olliebollie mag gerust zijn :de 11 kandidaten doen ongelofelijk hun best. We twijfelden zelf even wie nu de echte was …

Daarna is het de beurt aan 3 bereidwillige leerkrachten die ook hun kans mogen wagen en zo vinden we uiteindelijk 2 nieuwe Olliebollies: een grote en een kleine. Zij verzekeren de opvolging als het drietal binnen een dikke 2 weken naar huis vertrekt.

En of het een succes werd? Achteraf zegt meneer Sène: “Olliebollie a cassé les baraques.” Wij weten niet echt wat hij daarmee bedoelt en Sam is al bang dat hij met zijn gekke stoten iets heeft stuk gemaakt. Daar zouden we niet van schrikken. Maar als uw Frans al even harig is als het onze: het wil zeggen dat het een knaller van formaat is geworden. Hoe kan je dan met een beter gevoel de paasvakantie ingaan …



 Enkele kleine Olliebollies







Sarah en het zesde leerjaar


Want vanaf woensdagmiddag start bij ons (maar nog lekker niet bij jullie) de paasvakantie. Tijd om te rusten na de vele stage, tijd om op adem te komen, tijd om wat dingen te bezoeken en nog meer van dit prachtige land te zien, tijd voor de ouders van Sarah die op bezoek komen, tijd om wat te werken, … en daarna bijna tijd om naar huis te vertrekken. Snif Snif. Tot de volgende !


Olliebollie, Lola en Lila

1 opmerking:

pa en ma Sam zei

't zit weer wreed goe in elkaar!!!
De ma en de pa van de echte olliebollie zien de mooie beelden uit mbour weer terug voor hun ogen, maar in iets lagere temperaturen...
Geniet nog van de vakantie, laat fijne momenten na voor die kinderen, en breng goeie herinneringen mee.
Enne...wees een even goede gids voor pedro en Bibbi.