woensdag 31 maart 2010

Onze allerlaatste stageweek

Terug naar de klas
Op donderdag keren we, na een weekje deugddoende vakantie, terug naar de klas. Katrien mag over naar het 5e leerjaar, Sam blijft trappelen in het 5e en Sarah slaat een jaar over. Zij mag stande pede naar het 6e.
Het is onze laatste stageperiode, maar door de remediëring en de weinige tijd die nog rest voor de vakantie, zijn we niet vaak te vinden in deze klassen.
Sarah staat er onverwachts alleen voor, want haar mentor is er vandaag niet. Daar schrikken we intussen al niet meer van, dus weten we intussen al wat we kunnen doen. Sarah geeft een tekenles met de passer en een muziekles buiten.
Katrien en Sam geven een les over België, die we in de vakantie in elkaar hebben geknutseld. In de les maken we een vergelijking tussen Senegal en België. De kinderen leren heel veel bij en staan er echt voor open: over dat frietjes eigenlijk uit België komen, dat je helemaal tot boven het Atomium kan, dat er in België een koning is en geen president, dat Manneke Pis de hele dag door plast (hilarisch), dat er geen zand is in ons land, ... Daarna spelen we bingo en laten we de kinderen een brief schrijven naar onze stagescholen in België van binnenkort. Het duurt heel lang vooraleer de brieven klaar zijn, maar de resultaten mogen er zijn.

In de namiddag remediëren we het 3e leerjaar. Trots komen we met een  door de informaticus afgedrukte klaslijst in de klas binnen en beginnen we de namen af te roepen van de leerlingen die met ons mee mogen. We doen alle moeite van de wereld om dat Senegalees te doen klinken (Babacar Ndoye Ciss, Khadidiatou Cisse, Amadou Diallo, Yaje Amy Diop, ... probeert u het zelf maar eens), tot we plots merken dat er geen reactie komt. En wij die dachten dat we de namen zo goed hadden uitgesproken ... Maar nee we hebben de lijst gekregen van een verkeerde klas. Alle moeite voor niks. Als we een halfuur later dan toch de goede lijst hebben, starten we de remediëring. 

Een dagje in de brousse
Op vrijdag mogen we mee met mevrouw Sène naar de brousse. Zij is inspectrice in het kleuteronderwijs van dit departement en bezoekt de kleuterschooltjes. We rijden een uurtje uit de stad: eerst langs een mooi geasfalteerde weg, daarna wordt het een met putten gevulde straat en als die plots stopt volgen we een autospoor in het zand.
Het is pedagogische studiedag, dus er zijn geen of amper scholen waar er vandaag wordt lesgegeven. Maar we kijken toch onze ogen uit:
- Als we aankomen op een school, zien we een juf de kinderen één voor één naar voren roepen om ze met een soort zweep te slaan. Als we vragen waarom, zegt ze dat de kinderen de leerstof niet begrijpen, die ze gisteren had aangebracht. Als mevrouw Sene en wij met handen en voeten uitleggen dat het echt niet kan, lachen ze het wat weg en voelen ze zich aangevallen. Wat moet je dan anders doen?
- In een andere klas vinden we een zelfde zweep op de lessenaar van de meester. Als we hem vragen waarvoor dat dient : "Ah, dat dient om een affiche op te hangen!". Maar als hij ermee in de buurt van de  leerlingen komt, deinzen die achteruit. Dat zegt genoeg.
- In een andere school, een stenen gebouw, is plaats tekort. De kleuterklas (de 3 kleuterklassen samen) is dan maar in een rieten hutje ondergebracht, vlak naast het schoolgebouw. Het hutje is niet groter dan 3 op
3 m voor 26 kinderen.
- Als we in een school wat materiaal afgeven, dat we hebben meegebracht (latjes, kleurpotloden, ...) wat ons wel nuttig lijkt in een school in de brousse, wordt het maar sober onthaald. Er kan amper een 'merci' over  de lippen.
- Als we onderweg vertragen en stoppen langs de weg, komen in geen tijd 30 straatverkopers aan alle  kanten van onze auto staan om vanalles te verkopen. Ze lopen, van zodra ze de auto zien vertragen, over  de straat en door alle raamopeningen worden broodjes, sinaasappelen, ... gestoken. 

We brengen terwijl ook een bezoek aan de mama van Mr. Sène, in het dorp waar hij is opgegroeid. Een heel ander milieu dan waar hij is terechtgekomen. We hebben een aantal bassins vis mee en zakjes brood om aan de familie te geven. Terwijl mevrouw Sène bijpraat, entertainen wij de tientallen kinderen die intussen zijn komen kijken. Eerst staan ze nog wat bedeesd en bang te kijken, maar als we ze starten te kietelen, zijn ze niet meer weg te slaan.




Daarna rijden we weg naar een schooltje een kilometer verderop. Het is net speeltijd en we praten met de leerkrachten. We herkennen een aantal kinderen, maar van waar? De kinderen van daarnet staan, volledig onder het zweet, voor onze neus. Ze zijn ons achterna gelopen tot hier.











Het weekend
Op zaterdagmorgen is er onze laatste bewegingsles (voor het 6e) gepland, al weken op voorhand. We staan 's morgens vroeg op. Maar als we aankomen in de klas, blijken er toetsen te zijn. Alle excuses worden bovengehaald, maar wij moeten afdruipen. Omdat we de les toch willen geven, passen we hem op maandag (in het enige vrije moment die we nog hebben).
In de namiddag gaan we even kijken naar de dansrepetitie voor het feest van komende woensdag.
De rest van het weekend werken we voorbeeldig voor school, zweten we ons te spletter (we staan bijna de hele dag onder de douche en we kruipen in de frigo) en we leren mevrouw Sène wat strachiatella-ijs is. Ze is er meteen weg ... De volgende dag is er niets meer van onze doos ijs te bespeuren.

Onze allerlaaste dagen op school
Op maandag rennen we van hot naar her: we beginnen (déjà vu) in het 6e leerjaar voor de bewegingsles, daarna hebben we remediëring in het 4e leerjaar, daarna gaan we op zoektocht voor de Olliebollies (voor woensdag) en na de speeltijd geven we nog les in onze stageklas.
Sarah geeft de België-les, Katrien is gaatjesvuller vandaag en Sam geeft een hoekenwerk Frans.



Op dinsdag zijn we de hele dag in de 'salle de conférence' voor remediëring met het 5e leerjaar en de B-klas van het 4e leerjaar. Voor die laatste klas, hebben we de zaal niet ter beschikking. Dan maar buiten lesgeven onder de mangoboom. Gelukkig is het nog niet het mangoseizoen ...
We eindigen de sessie met wat Wolof. We leren er u ook een paar: chocotan (kietelen), damadof (je suis fou), nopilen (taisez-vous!), fidafamekh (het is hier tof), ...

Op zoek naar Olliebolie ...
Op woensdag is er de voorlopig laatste dag van onze stage hier in de GSEM. Want straks is het vakantie … En die zetten ze hier op een feestelijke manier in met ‘het feest van de burger’. Thema’s van het feest: geweld op vrouwen en kinderarbeid.
Wij mogen voor een vrolijke noot zorgen op het feest. En daarvoor komen (hoe raad je het) Lola, Lila en Olliebollie nog eens boven water. Olliebollie is namelijk van plan terug naar België te vertrekken. Maar niet zonder een waardige vervanger (een nieuwe Olliebollie) te zoeken onder de GSEM’ers.

Daarvoor mag elke klas 1 vertegenwoordiger afvaardigen naar de wedstrijd ‘Op zoek naar … Olliebollie’. Op maandag en dinsdag houden we al een korte repetitie om de Olliebollie-trekjes in te studeren (wat overigens vrij gemakkelijk bleek); op woensdag is het tijd voor het grote werk.
De 11 Olliebollies worden klaargestoomd: iedereen krijgt een hoedje, een zonnebril (met of zonder glas), een paar lange kousen en een dikke buik (en poep). En zo gaan we samen het podium op.
De 11 kandidaten worden aan 4 proeven onderworpen, om te bewijzen dat ze de naam ‘Olliebollie’ wel waard zijn: ze moeten eruit zien als Olliebollie, ze moeten lopen zoals Olliebollie (ongelofelijk gek dus) door het publiek, ze lachen even gek als Olliebollie en tot slot dansen ze al even vreemd als de echte …. Ja, Olliebollie. En het vallen en onhandig zijn, hoort er natuurlijk ook bij. Olliebollie mag gerust zijn :de 11 kandidaten doen ongelofelijk hun best. We twijfelden zelf even wie nu de echte was …

Daarna is het de beurt aan 3 bereidwillige leerkrachten die ook hun kans mogen wagen en zo vinden we uiteindelijk 2 nieuwe Olliebollies: een grote en een kleine. Zij verzekeren de opvolging als het drietal binnen een dikke 2 weken naar huis vertrekt.

En of het een succes werd? Achteraf zegt meneer Sène: “Olliebollie a cassé les baraques.” Wij weten niet echt wat hij daarmee bedoelt en Sam is al bang dat hij met zijn gekke stoten iets heeft stuk gemaakt. Daar zouden we niet van schrikken. Maar als uw Frans al even harig is als het onze: het wil zeggen dat het een knaller van formaat is geworden. Hoe kan je dan met een beter gevoel de paasvakantie ingaan …



 Enkele kleine Olliebollies







Sarah en het zesde leerjaar


Want vanaf woensdagmiddag start bij ons (maar nog lekker niet bij jullie) de paasvakantie. Tijd om te rusten na de vele stage, tijd om op adem te komen, tijd om wat dingen te bezoeken en nog meer van dit prachtige land te zien, tijd voor de ouders van Sarah die op bezoek komen, tijd om wat te werken, … en daarna bijna tijd om naar huis te vertrekken. Snif Snif. Tot de volgende !


Olliebollie, Lola en Lila

woensdag 24 maart 2010

Dank u wel iedereen ! Dit komt er dankzij jullie ...

Elke keer als u spaghetti klaarmaakt thuis, denkt u: "Thoh, die spaghetti van de spaghetti-avond was toch beter?" of u denkt telkens als u in de bakker staat: "Thoh, die patékes van op de spaghetti-avond waren toch zo lekker?". Een herkenbaar gevoel? Dan was u erbij op 12 december 09 in het Sint-Lodewijkscollege op onze onovertroffen spaghetti-avond. En het was meer dan enkel heerlijk lekker, het was ook voor het goede doel.

Dus moeten we u, dat hoort zo, op de hoogte houden van wat er met u steun is gebeurd of binnenkort zal gebeuren.

Na twee maanden is het duidelijk geworden waaraan we het geld dat de spaghetti-avond heeft opgebracht, het best kan worden besteed.  Dat lichten we even toe ...

Op de tweede verdieping van de school is de bouw gestart van 2 nieuwe klaslokalen, die tegen het begin van het volgende schooljaar (in oktober) moeten af zijn. Eén van de twee klassen is bedoeld voor het 6e leerjaar, dat volgend jaar ontdubbeld wordt en dus 2 klaslokalen nodig heeft. Eén klas voor het 6e leerjaar is er al, een tweede is dus in aanbouw. Het tweede nieuwe lokaal zal dienen voor een verschuiving van 2 klassen, die nu nog een lokaal moeten delen. Daarmee komt dan ook een ruimte vrij voor een grotere 'salle de conférence'.






De bouw van deze lokalen is reeds gestart....





...maar....






... zoals u ziet...





 ...liggen de werken al een tijdje stil...






...omdat...





...er ...

... geen geld meer voor is...





MAAR... MET JULLIE GELD GEVEN WE ALVAST EEN DUWTJE IN DE RUG!


In totaal geven we 600 euro aan de school, die puur van de spaghetti-avond komt. Daarom een dikke dankuwel voor alle 205 eters die er bij waren die avond, een dikke dankuwel voor de vele sponsers die ons een steuntje hebben gegeven, een dikke dankuwel voor iedereen die een steunkaart heeft gekocht vooraf en tot slot een dikke dankuwel voor alle mensen die nog op een andere manier hebben bijgedragen aan het bedrag dat we kunnen overhandigen.



Verder hebben we ook nog een CD-speler gekocht voor de school, die we tijdens de muzische week al goed hebben kunnen gebruiken. Vanaf nu kan ze door alle leerkrachten worden gebruikt indien ze die nodig hebben. Dit hebben we kunnen verwezenlijken door alle steunkaarten die werden gekocht: mensen die hun steentje hebben bijgedragen, maar toch niet aanwezig waren op de spaghetti-avond.





Aan het einde van onze stageperiode (midden april) schenken we nog een heleboel materiaal, die we vooraf of hier ter plaatse hebben aangekocht. Daar brengen we later verslag van uit.

En o ja, we hebben al twee nieuwe leerlingen voor de nieuwe lokaaltjes gevonden ... Geef toe, daar zou je toch wat geld voor geven hé!

Hoog bezoek uit België

Dinsdag: onze mama en papa
11u! De bel rinkelt. We laten de schriften uit onze handen vallen, geven in een haast onze mentor nog een hand en reppen ons dan (we hebben net geen kinderen platgetrappeld onderweg) naar beneden. Want .... we gaan naar Dakar.
Op zich niks bijzonders, ware het niet dat we hoog bezoek verwachten uit het Belgenlandje: de mama en papa van Sam komen een dikke week op bezoek. Sowieso al de moeite en nog meer omdat dat een weekje vakantie betekent voor ons.
Uiteindelijk vertrekken we pas tegen 13u ("Ja, we moeten zeker tegen 12u vertrekken hoor!"), maar weg zijn we in een prachtig wit busje. We zoeven in een sneltempo naar de hoofdstad, er is zelfs nog even tijd voor een hapje onderweg. Al is het niet duidelijk of we in een restaurant of in een etalage hebben gegeten ...
En omdat er zelfs dan nog tijd rest, gaan we nog een strandwandeling maken in Ngor, vlak bij de luchthaven.
Maar als het 17u is, is het 'moment supreme' aangebroken: we staan voor de nadarhekkens op Dakar Airport. En we hebben voor de gelegenheid een welkomstbord meegebracht, speciaal met de Senegalese en Belgische vlag (zo moest het van Meneer Sene). En meneer en mevrouw Sene zijn er ook bij, speciaal uitgedost voor de aankomst van de ouders; van een welkomtcomité gesproken.
Lang hoeven we niet te wachten, want ze zijn er snel. En het terugzien doet deugd voor Sam, maar ook voor Katrien en Sarah: zij mogen deze week ook 'mama en papa' zeggen.
We zetten de spurt naar Mbour in, maar we zitten al snel vast in het verkeer en doen er een dikke 4 uur over. Maar het is voor de ouders van Sam wel een straffe, eerste kennismaking met dit adembenemende land, waar wij nu al 2 maanden zijn. Wij zijn er al een beetje aan gewoon.
Gekraakt en gebroken, maar o zo gelukkig komen we aan in de auberge, waar ze verblijven (niet ver van Mbour).



Daar krijgen we meteen al een hele resem cadeautjes, allemaal lekkers en zoets. Snoepjes, zuur en zacht, koekjes, wat een pracht en chips in een blauw zakje. Dank u voor het pakje!Onze maag begint spontaan weer te grommen; we krijgen er al honger van. Een dikke merci daarvoor ! We kunnen er nog snel iets eten en gaan slapen, want op woensdag hebben we nog één dagje les.






Woensdag : driehoeken, zeg je?
Op woensdag moeten we nog een half dagje naar school, voor onze echte vakantie begint. Sarah en Katrien geven een les over 'driehoeken', maar zonder passer of zonder dat je weet hoe je met die passer moet werken (als je er al een hebt) is dat nogal moeilijk natuurlijk. Sam geeft een muziek-en dansles, waarvoor de ochtendgymnastiek nog eens wordt bovengehaald en 'Met de jeep door de jungle' (van Samson, zegt u onmiddellijk) in een nieuw jasje wordt gestoken.
Maar daarna begint het echt: we hebben tot volgende donderdagochtend een weekje congé. En dat grijpen we aan om het echte Senegal te zien, samen met Geert en Conny (onze mama en papa dus hé). Vandaag doen we het nog rustig aan met een dagje zwembad (in de auberge) en strand in Saly. Heerlijk is dat!


Donderdag: bezoek aan de school
Vandaag komen, na eens lang uitslapen (want het was nodig) de mama en papa op bezoek voor een rondleiding op de school. Nadat ze hier worden verwelkomd door meneer en mevrouw (met de gebruikelijke cadeautjes uit Brugge) gaan we op pad. We wachten speciaal de speeltijd af, want dan worden de 'bonjours' en 'salaam maleikums' je werkelijk rond de oren geslagen.

En onze nieuwe 'mama en papa' worden goed ontvangen: honderden handjes, honderden 'bonjours', tientallen wreven over de armen, tientallen kinderen op de armen, ...

Daarna nemen we ze mee naar de 11 klassen van de lagere school, om hen even te laten kennismaken met onze thuis van de afgelopen 2 maanden : in elke klas stellen we 'les parents de Sam' voor aan de kinderen en de kinderen verwelkomen ze met een (bij ons) geleerd liedje of dansje. De tijd vliegt voorbij en het is alweer 13u voor we het goed en wel beseffen.


Etenstijd! Codou, de kokkin des huizes, heeft haar grootste plat uitgehaald voor de 'toubabs'. Met zijn zevenen eten we gezellig uit één grote schotel. En het smaakt !














Na een uitgebreid dessert (fruit, chocolade, ijs, ... het kan niet op) gaan we de stad in naar de markt van Mbour. Eerst naar een artisanale markt (de toeristenmarkt zeg maar), waar Katrien en Sam hun eerste Afrikaanse maskers kopen en daarna naar de lokale markt.



In een kluwen van straatjes en steegjes, zijn honderden kleine winkeltjes op elkaar gepropt. De ene kraampjes zijn gevuld met honderden rollen stof, in de andere staan rijen schilderijtjes achter elkaar opgestapeld, in een ander kraam hangen duizenden kettingen naast elkaar op, daarnaast is het plaatselijke strijkatelier (met kolen), ... We kijken echt onze ogen uit! En onze portemonnee vliegt open voor de souveniers.








Daarna gaan we naar de post (ja, de postkaartjes komen eraan) en de vismarkt. Het is er een drukte van jewelste, als de boten aankomen met kilo's verse vis. Een echt spektakel, ongelofelijk om te zien.




Als we terugrijden daarna, stoppen we nog even bij een plaatselijke ijsfabriek. Neen, geen bollekes ijs (we waren ook al bezig met het selecteren van onze favoriete smaken), maar ijs voor in de frigobox morgen. Want we gaan op stap ...


Vrijdag
Om 6u klinkt de wekker. Het is nog donker en we zijn nog moe, maar we hebben zin in onze trip. Katrien is wel nog niet goed wakker. Ze vraagt doodserieus: "Zouden we onze regenjas meenemen?". We gaan met mevrouw en meneer Sene (en onze mama en papa) naar Sine Saloum, een mangrove ten zuiden van Mbour. Daar komen we al snel aan in ons witte busje. Tijd om een boottochtje te maken doorheen de mangrove, tussen de honderden eilandjes hier. Als de aanwezige zenuwen en angsten zijn uitgestaan, zijn we op weg in onze pirogue, een typisch Senegalese boot. Zoef!



Onderweg komen we, we hebben geluk, honderden vogels tegen en we genieten volop. De zon schijnt dan wel niet, het is zalig om het tochtje te maken. Het water uit de boot scheppen, nemen we er graag bij als we daardoor niet onder gaan.



















Daarna ontdekken we weer een nieuw stukje Afrika: we rijden van de hoofdweg weg en elke 5 minuten komen we weer bij een ander ruw stukje natuur: omgevallen baobabs, palmbomen, gigantische termietenheuvels, de vruchten van de cachuetnoten, een mangoboom, ...




We komen ook koeien tegen. Niet zo bijzonder? Wel, als het om magere koeien gaat. Katrien is nog steeds niet goed wakker als ze opnieuw doodserieus vraagt: " Zouden die dan magere melk geven?".
Katrien doet nog meer van die blunders hoor: als we bezig zijn over een kalfje, vraagt ze (opnieuw doodserieus, u dacht het wel): "Een kalf, is dat van een varken?".
Daarna komen we alweer bij een ander stukje Senegal: de grootste baobabboom (zeg dat maar eens 10 keer achter elkaar) van het land, zo'n 35 meter omtrek.

En we mogen er helemaal in : jawel, we kruipen in de baobabboom. Hoe we er zijn in-en uitgeraakt, is ons een raadsel maar binnenin is het de moeite: een baobabboom is hol binnenin en bovenaan zitten wel honderden vleermuizen.



Wij doen alledrie een wens in de baobabboom

Daarna rijden we terug naar Mbour, maar niet zonder eerst bij de vismarkt van Joal te stoppen. Wij moeten blijven zitten omdat mevrouw Sene anders veel te veel zal moeten betalen voor de vis (als ze de toubabs zien), maar mogen eenmaal thuis wel van de verse garnaaltjes proeven. Om vingers en handen bij af te lekken.


Zaterdag
Zaterdag, luierdag. We gaan zwemmen in de auberge en genieten volop.
's Avonds gaan we naar de 'Chez Paolo', een restaurantje in Mbour waar we mevrouw en meneer uitnodigen voor een heerlijke (ietwat westerse) maaltijd.














Zondag
Op zondag gaan we opnieuw op uitstap, naar Île Gorée. Wij zijn er al eens geweest, maar willen onze mama en papa er ook van laten meegenieten. We zoeven ongelofelijk snel naar Dakar (in anderhalf uurtje staan we bij de haven) en zijn al tegen half tien op het eiland. We kijken opnieuw onze ogen uit : in het slavenhuis, bovenop het kasteel, in de vele winkeltjes, op het strand, ... We kennen hier intussen al onze weg, maar het blijft ongelofelijk de moeite om hier terug te komen.

In de namiddag verlaten we Dakar, richting Lac Rose. De autoliefhebbers kennen het als de voormalige finish van Parijs-Dakar elk jaar; de zwemliefhebbers kennen het misschien als het meer dat altijd roze kleurt. Maar vandaag dus niet ... Geen spoortje roze te bemerken! Maar toch genieten we van onze namiddag hier: eerst eten we gezellig op het strand en daarna gaan we zwemmen in het meer. Er zit in dit meer evenveel zout als in de Dode zee, dus kan je hier ook drijven op het water. Het is best even wennen (en pieken), maar ongelofelijk tof. De koude douche achteraf hoort erbij!












We maken nog snel een uitstapje naar de oevers van het Lac Rose, waar het zout wordt gewonnen. Daar mogen Conny en Katrien eens proberen een mand op het hoofd te dragen.

Moe, maar voldaan komen we terug in Mbour aan. Op maandag slapen we lang uit en besluiten we er een werkdagje van te maken, anders wordt het (als we terug zijn in België) een beetje te druk.
Maar we mogen de blunder van Sarah niet vergeten natuurlijk. In de auto naar Saly is er een auto die in panne staat en er komt heel veel zwarte rook uit. Een Senegalese man staat achter de auto. Sarah vindt er niets beter op dan te zeggen : "Moh, die is er precies zwart van geworden."



Dinsdag
Maar op dinsdag is het weer tijd om te ontspannen. We springen nog snel even in de school binnen, om onze onderwerpen voor donderdag te vragen. Maar binnenspringen is nogal moeilijk: onderweg worden we weer aangeklampt door de kleuters én door twee leerlingen van het 6e leerjaar. Zij schrijven voor de schoolkrant (waarvan we tot op heden nog nooit van hadden gehoord) en ze willen een interview met Olliebollie in het nummer van maart. Op de voorkaft zal, dat hebben ze ons beloofd, een foto van onze muzische week prijken.
Daarna gaan we naar de auberge voor een namiddagje rust en ontspanning: zwemmen, zonnen, luieren, ...

Als de avond valt, gaan we nog eens uit eten. Dit keer naar de Coco Diop, ietsje verderop. Alleen moeten we wachten op mevrouw Sene, die maar niet wil thuiskomen. Om dik 22u kunnen we dan uiteindelijk toch aan tafel schuiven. En smaken dat het doet !
In de terugweg (wij achterin in de laadbak van de 4x4) lachen we ons een deuk met het verzinnen van dierlijke namen van BV's: Brigitte van Mol (er klopt gelik iets niet?), Evi Ganssen, Hilde de Paardemaker, Libelle Perez, Mieranda Goes (het is nog geen BV, maar het komt nog), ...

Woensdag
De laatste dag voor onze mama en papa, want zij vertrekken vandaag richting België. Het wordt dus opnieuw een luilekkerdagje aan het zwembad en in de auberge. Daarna moeten Geert en Conny alweer vertrekken, tot onze grote spijt. Of zoals onze papa het zou zeggen: "Nous sommes chemin. Nous sommes porte."
En daarmee zit niet alleen hun vakantie erop, ook de onze (snif snif). Morgen beginnen we onze laatste stageweek hier in de GSEM.

Conny en Geert (voor de vrienden: mama en papa)... Een dikke merci voor alles!